Creëer een OpenStack Windows instance en maak een verbinding via het internet

Dit artikel toont je hoe je een OpenStack virtuele machine kunt creëren vanuit het OpenStack controlepaneel.

Linux instance creëren? Lees onze handleiding voor Linux

1. Klik op de link om in te loggen in jouw OpenStack controlepaneel. Kies de gewenste authenticatiemethode en klik op ‘Connect’.
2. Vul jouw gebruikersnaam en wachtwoord in om toegang te krijgen. Je kan dezelfde gegevens gebruiken als om in te loggen op jouw controlepaneel.
3. Je hebt nu dus het OpenStack dashboard geopend. Ga naar ‘Network’ >> ‘Security Groups’.
   > ‘Security Groups'” width=”444″ height=”532″>

Hier zie je jouw beveiligingsgroepen. Om de standaardgroep te bewerken, klik je op ‘Manage Rules’. Vervolgens klik je op ‘Add Rule’. Dit opent een pop-up venster voor jouw nieuwe regel.

In dit stadium vul je de http-poort in de beveiligingsgroep in, zodat de content via een browser toegankelijk is. In het pop-up venster moet je gewoon de standaard instellingen laten staan en ‘80’ invullen bij de poort. Klik vervolgens op ‘Add’ om af te ronden.

Nu zie je jouw nieuwe regel in de lijst, met daarbij de ‘HTTP’ tag.

Tip: Zorg ervoor dat poort 3389 open staat voor jouw RDP-connectie.

1. Dit is het moment waarop je een SSH sleutelpaar moet aanmaken of importeren om te kunnen communiceren met de server. Ga naar ‘Network’ >> ‘Security Groups’, en wissel vervolgens naar het tabblad ‘Key Pairs’ bovenaan.> ‘Security Groups'” width=”250″ height=”300″>
   
2. Om een SSH sleutelpaar aan te maken, klik je op ‘Create Key Pair’, vul je de naam van het sleutelpaar in en klik je vervolgens op de knop ‘Create Key Pair’ onderaan het pop-up venster. Nu begint er een .pem bestand te downloaden – dat is jouw private sleutel. Bewaar dit bestand op een veilige plek. Zorg ervoor dat je de permissies van het bestand wijzigt naar 600.
   
   
3. In de derde voorbereidende stap wijs je een IP-adres toe. Ga naar ‘Network’ >> ‘Security Groups’, en wissel dan naar het tabblad ‘Key Floating IPs’ bovenaan.> ‘Security Groups'” width=”444″ height=”532″>
   

Klik op ‘Allocate IP to project’ om het pop-up venster te openen. Vervolgens wijs je uit de ‘Public’ pool een IP toe, door gewoon op de button onderaan ‘Allocate IP’ te klikken.

Nu kan je jouw virtuele machine aanmaken.

1. Klik op ‘Compute’ >> ‘Instances’ en dan op ‘Launch Instance’.> ‘Instances’” width=”222″ height=”271″>
   Tip: In dit gedeelte van de instructies zal, wanneer er slechts één keuze is bij de instellingen, dit vooraf reeds geselecteerd zijn. Je moet er niet op klikken om het toe te voegen.
   1. Selecteer jouw zone en klik op ‘Next’.
   2. Je bent nu beland in het gedeelte ‘Sources’. Kies de Windows OS optie voor jouw instantie via de ‘+’ button en klik opnieuw op ‘Next’.
   3. Bij ‘Flavor’ kies je de schaal van de virtuele machine. Heb je de capaciteit gekozen die je nodig hebt, klik dan op de ‘+’ button en opnieuw op ‘Next’.
   4. Bij ‘Networks’ kies je jouw standaard Privaat netwerk.
   5. Bij ‘Network Ports’ kan je een IP-adres associëren met een poort.
   6. Bij ‘Security groups’ kan je de groep filterregels beheren die voor de instantie toegepast worden. Wij hebben al iets voorbereid door poort 80 toe te voegen tot de Standaard beveiligingsgroep.
   7. Bij ‘Key Pairs’ dien je ervoor te zorgen dat het sleutelpaar dat je wenst te gebruiken zich bij ‘Allocated’ bevindt en niet bij ‘Available’.
   8. Bij ‘Configuration’ kan je de standaard instellingen behouden. Of je kan een script om die aan te passen invoeren dat begint te lopen nadat de instantie gelanceerd werd.
   9. Bij ’Metadata’ moet je een wachtwoord voor de beheerder invullen. Daarmee kan je dan verbinding leggen met jouw nieuwe instantie, via jouw console of via Remote Desktop.
   10. In het veld links moet je de metadata identifier voor het wachtwoord invullen. Naast ‘Custom’ vul je in ‘admin_pass en klik je op de ‘+’ button.
       
   11. De ‘admin_pass’ identifier verschijnt nu aan de rechterkant. Je kan nu een waarde ervoor aanmaken. De waarde die je hier invult zal het admin wachtwoord zijn. Zorg ervoor dat je een sterk wachtwoord invult en klik op ‘Launch Instance’. Wacht een minuutje om dit te laten verwerken en jouw instantie is klaar om aan de slag te gaan.
       Tip: Indien je tijdens de lancering van jouw instantie de stap overgeslagen hebt om het wachtwoord in te vullen bij jouw metadata, dan kan je dit later nog altijd doen. Hiervoor ga je naar ‘Compute’ >> ‘Instances’. Daar klik je op de pijl om het uitklapmenu naast ‘Create Snapshot’ te openen en klik je vervolgens op ‘Update Metadata’. Je kan nu de identifier invullen zoals hierboven beschreven. In dit geval duurt het wel enkele minuten om het wachtwoord te updaten.> ‘Instances’” width=”220″ height=”270″>
       
2. Klik op de pijl om het uitklapmenu te openen naast ‘Create Snapshot’ en klik vervolgens op ‘Associate Floating IP’. Selecteer het IP-adres dat je in de laatste voorbereidende stap ingevuld had. Let erop dat je een apart floating IP hebt voor elke instantie.

Om toegang te krijgen tot jouw instantie kan je een verbinding leggen via Remote Desktop.

VOOR WINDOWS:

1. Open jouw Remote Desktop verbinding:
2. Let erop dat je op ‘Show Options’ klikt om alle velden uit te klappen.
3. Bij ‘Computer’ vul je het Floating IP-adres in.
4. Bij ‘User name’ vul je ‘administrator’ in.
5. Klik op ‘Connect’.
6. Je krijgt nu een pop-up venster te zien dat naar het wachtwoord vraagt. Vul het wachtwoord in dat je in jouw Metadata toegevoegd had.Tip: Mogelijk krijg je de boodschap dat de identiteit van de server niet geverifieerd werd. Je kan echter wel degelijk connecteren – om verder te gaan, klik je op ‘Yes’.

VOOR MAC:

1. Zorg ervoor dat je de Microsoft Remote Desktop app bezit.
2. Open jouw MRD app. Klik op de button ‘New’.
3. Bij ‘Connection name’ vul je een naam uit die voor jou duidelijk is.
4. Bij ‘PC Name’ vul je jouw floating IP-adres in.
5. Bij ‘User name’ vul je in ‘administrator’.
6. Bij ‘Password’ vul je het wachtwoord in dat je in jouw Metadata ingevuld hebt.
7. Klik op het ‘x’ bovenaan links om het venster te sluiten.
8. Je zal nu de setup zien verschijnen in jouw MRD lijst. Dubbelklik erop om een verbinding ermee te leggen.

Tip: Mogelijk krijg je een boodschap dat de identiteit van het certificaat niet geverifieerd kon worden. Je kan echter verder connecteren. Om verder te gaan, klik je op ‘Continue’.